De markt in Am Timam

Op zaterdag geven we geen les. Leuk om even de wilde dieren vaarwel te zeggen.

We gaan wij met Bienvenue en zijn hoge Toyotajeep met laadbak en route pour le marché d'Am Timam. We zijn het hek nog niet uit of we zien twaalf mannen in lange witte gewaden naast een oude auto staan. Lekke band. Zaten ze daar écht állemaal in?

Een uur lang rijden we op de stoffige zandweg langs traditionele hutten, kamelen, koeien en lopende kinderen en volwassenen in de middle of nowhere. Als we een auto tegenkomen wordt er gestopt en uitgewisseld waar de tocht naar toe gaat. Aha, een familieceremonie. Oh, inspectie van het Ministerie van Landbouw.

Op de markt koopt Bienvenue voor de toeristen in het park zoveel zakken groentes, drank en andere spullen dat de hele laadbak plus het bovenrek vol is. Eén keer stopt hij voor ons bij een supermarkt, nuja super... maar we kunnen er WCpapier kopen, schoonmaakmiddelen, keukenlapjes, een bezem. Nog even stoppen voor wat souvenirs: zelfgemaakte keukenmessen, een zakje kolanoten, en een paar brokken natron.

Kleine kinderen kijken ons met grote schrikogen aan; sommige rennen zelfs weg. Ze hebben waarschijnlijk nog nooit een blanke gezien. We zijn dan ook de enige toeristen.

Thuis aangekomen blijkt er een hele familie plus levende have bovenop onze auto te zijn meegelift. Wat een wereld, zoveel saamhorigheid.

Thuis lees ik verder in "You run, you die", een wildlife book geschreven door een Nederlands stel dat momenteel hier Camp Nomad runt. Het geeft een prachtig inkijkje in de wondere wereld van de wilde dieren en die van de toeristen die conservation als hobby hebben.