Typisch Tsjaad
Door: Margot
Blijf op de hoogte en volg Margot
24 Januari 2014 | Tsjaad, Zakouma
Mahamed heeft vorige week zijn dochter van 17 verloren. In één dag was ze dood. Hij weet niet waaraan ze gestorven is. Het is indrukwekkend hoe de mannen in het park op de terugkomst van de bedroefde vader reageren. Handen worden geschud, lieve woorden in het Arabisch. Gisteren was ik hem aan het lesgeven toen een collega hem de hand kwam schudden. Ze gingen tegenover elkaar zitten met open handen. Geprevel. Tot slot van het gebed sloegen ze beiden hun handen voor de ogen. Heel mooi.
De meeste gezinnen moeten rondkomen van één dollar per dag. De rangers en ander personeel hier verdienen 250 dollar. Ze moeten daarvan meerdere vrouwen en heel veel kinderen onderhouden. Rian schudt zijn hoofd, zo wordt het nooit wat met Afrika.
Vandaag krijg ik een kans om het Park te verlaten, want ik realiseer me heus wel dat het hierbinnen relatieve luxe is.
Markt in Kash Kasha
Twee en een half uur hobbelen Bienvenue, Noeline en ik over de gebroken aarde. De savanne is wel vlak, maar toch ook glooiend, zoals ons duinlandschap. Alles is dor, de oude weg is te ver uitgehold, dus zoekt Bienvenue een sluipweg tussen boomstronken.
Onderweg passeren we een van de officiële ingangen van het park. De dieren kunnen vrij passeren, maar de mensen niet. Men mag niet stropen in het park, maar ook niet vissen, geen Arabische gom aftappen van de acacia bomen, of een gewas verbouwen. De wachters staan met het geweer in de aanslag. De slagboom gaat open.
Opeens overal kinderen, ezels, bedrijvigheid. Daar staat de middelbare school van het park. Er liggen enkele dorpen in de buurt. Onderweg passeren we meer dorpen, kuddes kamelen, veel mensen op ezels en op paarden. Geen enkele auto, behalve de onze. Alle kinderen onderweg zwaaien.
De markt is een grote open vlakte met overal overdekte rieten matten. Er zijn duizenden mensen. Wij zijn de grootste bezienswaardigheid. Onze grote beschermer Bienvenue past op ons als waren wij kleine kinderen. Ook dingt hij voor ons af.
Roofvogels scheren over onze bedekte hoofden, over blote borsten met sabbelende kinderen, ezels en geiten, veel hoestende mensen en snotterende kinderen, generatoren op olie die mobieltjes opladen.
We kopen een paar sjaals, zoete aardappelen, hibiscus thee, gedroogde tomaten, suiker, komkommers, papaya's, flinterdunne pindakaas koeken, een grote zak droge bonen.
Wat hebben we een bekijks! Groepen kleine kinderen staan om ons heen, maar ook mannen en vrouwen in groepjes. Er wordt naar mijn benen onder mijn halflange broek gekeken. Ja, dáár is ze ook wit, en ze heeft gympen die ik ook wel zou willen. Hier alleen maar grote bergen met plastic schoenen en mensen op teenslippers of op blote voeten.
Verder grote bergen kruiden op de grond op doeken, en heuveltjes met zout (natriumbrokken) en met suiker. Hier en daar wat groenten, maar heel weinig. Wel veel koeienkoppen, ingewanden, ribbenkasten. Geen mooie handgemaakte souvenirs, helaas.
Onderweg twee keer uitgestapt om de huizen van mensen te bekijken. Sommige hutten hebben stenen muren. Bienvenue vraagt gewoon of we binnen mogen kijken. Natuurlijk zijn we welkom. De eerste keer bekijken we achter het huis een illegale privé destilleerderij van zoete aardappel. De vrouwen verdienen er een beetje extra geld mee. Als we teruglopen over het met plastic vervuilde terrein worden de kinderen verkleed in hun mooiste kleren. Speciaal voor ons gaan ze op de foto. Eén jongetje gilt almaar om die gekke witte vrouwen.
De tweede keer stoppen we in een nieuwe nederzetting van modernere hutten. Ook helemaal van riet, maar met kant en klare daken en deuren. We mogen binnen kijken. Er is één groot bed op paaltjes en verder niks. Aan de randen heeft men wat kleren opgehangen.
Opeens rent er een meisje gillend het bos in. Ze krijgt een paniekaanval, en dus gaat het hele dorp erachter aan om haar terug te brengen. Ze blijkt te lijden aan een posttraumatische stress stoornis vanwege het feit dat ze op gewelddadige wijze uit Soedan is verjaagd, evenals de rest van haar familie.
Ik moest denken aan afgelegen dorpen in Indonesië waar ik deze leefsituatie ook gezien had. Wat een armoe, het is een wonder dat deze mensen genoeg te eten hebben. En waar halen ze het vandaan? Nergens een voertuig, zelfs geen ezel te zien.
De aarde wordt nergens verbouwd, het is er veel te dor en te droog. En dan ben ik hier nu nog in hun wintertijd, dus loopt iedereen met dikke kleren aan, terwijl het zweet mij over de rug loopt.
En mijn gevoel? Zeer gemengd. En de gedachte: dit is misschien wel de laatste keer van mijn leven dat ik zoiets zal zien. Prent het in je hoofd, zeg ik tegen mezelf.
Wat is het ongelijk verdeeld in de wereld.
-
27 Januari 2014 - 09:24
Sanne:
Ha Margot,
dat is even heel wat anders he? Je was zelf even in het wild. Je beschrijft het mooi, herkenbaar van mijn Afrika reizen. Wat een dubbel of gemengd gevoel he!? Die blote benen, In india heb ik ook 1 dag zo gelopen, nadien elke dag een lange broek aan. Maar daar heerst de opvatting dat de benen en voeten het meest onreine deel zijn van je lichaam. Vrouwen lopen daar met sari's met daar onderuitstekend zeer blote buiken en dat is dan weer geen enkel probleem. Cultuur!
Prachtvolle foto's Margot. Wat zijn ze groot he die olifanten. EN, wat ziijn de mensen er vaak toch netjes en kleurig gekleed. Dat jongetje met dat colbertdasje, was dat zijn schooloutfit?
Daaaaaaaaaaaaaaaaag, liefs sanne -
27 Januari 2014 - 09:31
Joost:
Dag Margot, welbedankt voor je mooie verslagen, we lezen ze graag! Lezend over jouw markt waan ik me in Debre Tabor in Ethiopië met dezelfde beelden en taferelen. Eerlijk is het niet maar jouw aankopen maken wel verschil voor de mensen die het betreft.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley